Inhoudsopgave

Stel dat waar of niet waar niet bestaat
Foto van Nicole Derks

Nicole Derks

Inhoudsopgave

Stel dat waar of niet waar, niet bestaat?

Iedereen kijkt op een eigen wijze met zijn eigen wijsheid naar zijn omgeving en naar zichzelf. De manier waarop je kijkt heeft alles te maken met je eigen leven, wat je tot nu toe hebt geleid. 

Hoe je opgegroeid bent, wat je hebt meegemaakt tijdens je jeugd, thuis, op school, met vrienden etc. maar ook alles wat je hebt geleerd op, en buiten school, heeft je gevormd tot de persoon die je nu bent. Alles wat je heeft gevormd is in je brein opgeslagen en daar wordt het in “hokjes” geplaatst om het hanteerbaar te maken. 

Iedereen ervaart zijn eigen waarheid met zijn ervaring

Iedereen heeft een andere ervaring

In een gezin met meerdere kinderen kan ieder kind op een andere manier naar zijn genoten opvoeding kijken en heeft hier andere dingen geleerd dan bijvoorbeeld de broer of zus. Dus de beleving van de genoten opvoeding zal voor ieder ook anders zijn. 

Daarbij heeft ook niet ieder gezinslid dezelfde “gevoeligheid” voor iets. Bijvoorbeeld de een heeft het gevoel gehad minder aandacht te hebben gekregen en de ander heeft meer straf gekregen of weer een ander denkt het fijn te hebben gehad. Zo zijn het allemaal persoonlijke en andersoortig ervaringen. 

Bestaat waar of niet waar wel?

Maar wie verteld dan nu de waarheid? Zou je het de ouders vragen dan zullen ook zij weer een andere ervaring of bedoeling hebben gehad. Dit maakt dat iedereen de waarheid spreekt bekeken vanuit zijn eigen perspectief.

Zo gaat ook iedereen in zijn eigen waarheid geloven. Want wat je zelf denkt en ziet is ‘waar’. Echter is dit waar voor jou, maar is dit ook waar voor de ander? Vanuit dit perspectief bekeken bestaat er geen ‘waar’ of ‘niet waar’. 

Als je je voorstelt dat je met een aantal mensen rond een tafel zit en midden op de tafel staat een kunstvoorwerp. Als je iedereen vraag vanuit zijn of haar kant het kunstvoorwerp te beschrijven dan zal iedereen, vanuit wat hij ziet, wat anders vertellen. Nu zou daar een heftige discussie over kunnen ontstaan, want wat iedereen ziet, is voor hem waar. 

Dit is hetzelfde met wat ik bedoel; iedereen bekijkt iets vanuit zijn of haar perspectief. Dus dat wat je ziet, komt doordat je maar naar een klein deel van het geheel kan bekijken. Als je iets van alle kanten zou kunnen bekijken dan zou je al een completer beeld hebben, maar dan nog kan iedereen ergens anders de nadruk op leggen. 

Iedereen heeft en mag dus ook zijn eigen waarheid hebben. Deze “waarheid” is natuurlijk ook aan verandering onderhevig. Je kan vandaag denken wat een mooie dag met veel zon en morgen diezelfde zon liever niet zien want je oogst in de moestuin is uitgedroogd en ze hebben hoognodig regenwater nodig. 

Denken bepaald vaak jouw waarheid

Je manier van denken bepaald vaak jouw waarheid

Datgene wat we als waarheid zien zit in onze manier van denken. En onze manier van denken bepaald heel veel. Als je van jezelf een beeld hebt waarmee je jezelf “slechter” maakt dan wie je echt bent, dan is dat het beeld wat je overal om je heen ziet. 

Ben je bijvoorbeeld een verlegen persoon, dan zie je mogelijk om je heen mensen die alles durven. Dan heb je mogelijk allemaal “stemmetjes” in je hoofd (onze gedachten noem ik; stemmetjes) die vertellen dat verlegen zijn niet goed is, want dan bereik je niks en je denkt dat iedereen ook zo over jou denkt en vervolgens ga je je hiernaar gedragen.

Juist dan werken die stemmetjes averechts. Kun je zeker weten dat je als verlegen persoon niks kan bereiken? En wie zou je zijn als je dat niet geloofde? In dit voorbeeld zit het vooral in je hoofd (het denken), wie of wat ‘goed’ is en wie of wat ‘slecht’ is. 

In je hoofd zitten tegenovergestelde gedachten met elkaar te wedijveren. In dit wedijveren is er een winnaar (namelijk degene die niet verlegen is bereikt meer) en/of een verliezer (degene die verlegen is en niks kan bereiken daardoor). Vervolgens komen er ook allerlei gevoelens of emoties bij te pas. 

Als je in je hoofd uit dit ‘wedijveren’ zou kunnen stappen, dan is er geen “gevecht” meer in je hoofd. Je komt dan in een soort ‘neutraal midden’. Daar is niet het ene uiterste of het andere uiterste. Je haalt ervan af dat je er iets van moet vinden (geen oordeel), je hoeft er dus geen betekenis aan te geven. 

Toch bestaat er een innerlijk weten. Dat innerlijk weten heeft + of -. Dat is iets wat je zeker weet. Denk maar aan die momenten dat je iets wilde of koos waarvan je het nog nooit eerder had gezien maar waarvan je zeker wist, dit is het goede voor mij. Als je dit zou moeten verwoorden dan kom je er niet goed uit, maar innerlijk weet je het gewoon. Het is iets wat gewoon in je naar boven komt zonder dat je erover nadacht. Dit weten komt vanuit een andere plek dan je vanuit het denken. 

Toch is dat denken vaak erg hardnekkig en soms heeft ie wat goeds te melden en soms niet. Het is soms (of vaak) heel druk in je hoofd met allerlei gedachtes die maar steeds opnieuw hetzelfde riedeltje afdraaien, oftewel piekeren. Je brein is dan druk bezig te zoeken naar oplossingen maar vindt geen “doorgang of uitgang”. 

pieker jij ook vaak onbewust

Tips om piekeren te verminderen

Je kan op verschillende manieren omgaan met je gedachten en hoe je het piekeren kan verminderen. Hier zijn mogelijk tips:

Afleiding zoeken

Dit kan door afleiding zoeken door iets te gaan doen. Zo kun je, door met iets anders bezig te zijn, je gedachten afleiden. 

Lichaamshouding veranderen

Je (lichaams-) houding veranderen. Vaak zit je in dezelfde houding als je hoofd druk aan ‘t “piekeren” is. Zo kan een glimlach op je gezicht maken, je mindset even veranderen. Je kan dan niet op dezelfde manier doorgaan als ervoor. 

Geen aandacht geven

Ook kun je uit je malende gedachtenhoofd te stappen door letterlijk geen aandacht aan die gedachten te blijven geven. Dus zie het als golven van de zee. Die komen en gaan en soms zijn het hogere golven dan de andere keer. Zo gaat het ook met gedachten en ook met emoties. Ze komen en gaan ook weer. 

Onderscheid maken tussen je gedachten

Vaak identificeren we ons met onze gedachten. Bijvoorbeeld: de telefoon geeft een melding dat je een berichtje binnen krijgt. Vaak wordt dan gezegd: “oh dat ben ik” (dus je bedoelt de ik = de telefoon). Dat je dit zo zegt, maakt dat jij onderdeel bent van je telefoon of wat minder zwaar aangezet, dat je telefoon onderdeel is van jou. 

Eigenlijk is dit een soort identificatie van jezelf met de telefoon. Je had ook kunnen zeggen mijn telefoon geeft een berichtje. Op deze manier kun je onderscheid leren maken tussen je gedachten die langskomen in je hoofd of ben je de gedachten die langskomen in je hoofd.

Breintraining 

Letten op je ademhaling. Om gedachten geen overhand te laten nemen kun je je richten op je ademhaling. Je kan niet stevig piekeren en op je ademhaling letten. Op dat kleine momentje ben je alweer even niet bezig met de drukte in je hoofd. Dit lukt steeds beter als je dit zeer regelmatig beoefend. Ik noem dat ook wel breintraining. Hoe meer je oefent hoe beter dat je dit kan. 

Je gedachten zijn gewend om cirkeltjes te draaien en draaien steeds dezelfde cirkel. De kunst is om dit cirkeltje steeds vaker te doorbreken (hetzelfde als er geen aandacht aan de geven, je “haakt’ er niet op aan) en daarmee krijgt het steeds minder de bovenhand. Dus als je niet kan slapen vanwege piekergedachten, dan zou je een besluit kunnen nemen om te gaan slapen. 

Dit lukt echter niet als je al een uur lag te piekeren of als je adrenaline gehalte in je lijf al zo hoog is dat die het van je overneemt. Belangrijk om op tijd jezelf een halt toe te roepen zodra je merkt dat je rond aan het draaien bent. Toch zullen er altijd gedachten zijn. In mijn beleving hebben ze ook zeker een functie.

Breintraining focus op je ademhaling

Erkennen

Stel je denkt iedere keer hetzelfde riedeltje. Welke andere zin gaat jou dan rust geven? Bijv. Ik kan ook niks of ik kan wel veel of, ik heb veel andere kwaliteiten, etc. Door jezelf de erkenning te geven in het stemmetje wat er toch al de hele tijd is, kun je rust vinden in hetgeen jij al van of over jezelf denkt. 

Wat goed werkt is om je gedachten eens hardop naar iemand (mag een vreemde persoon zijn die jou niet kent) uit te spreken en te merken hoe je lijf reageert en hoe je stem reageert (hoog, laag, hard, zacht) en welke emoties je vervolgens voelt. 

Dit zijn aanwijzingen voor hetgeen jij over jezelf denkt. Is dit wat je denkt dan altijd waar? Nee, maar dit is wel hoe jij zelf al van jongs af aan dingen hebt opgepikt uit je omgeving of de conclusies die jij eraan hebt gekoppeld. Dit is waar jouw “gevoeligheden” liggen. Dit is waar je als klein kind meerdere keren niet hebt gekregen waar jouw behoeften lagen en dus zijn het vaak pijnlijke ervaringen geweest. 

Als je dan opmerkt welke gedachten oordelend zijn naar jezelf dan zijn die mogelijk van dat vroegere kleine kind die niet gezien of gehoord is. Je kan dan zelf je innerlijke kind leren troosten of geven wat hij of zij nodig heeft (want dat kind heeft dit in het verleden niet gekregen). Zo leer je je innerlijke (kleine) zelf te helpen in tijden dat je het moeilijk hebt, in plaats van jezelf op de kop te geven of af te kraken (veroordelen). 

Geef jezelf de vrijheid

Geef jezelf de vrijheid om iedere dag anders te mogen denken. Op deze manier geef je jezelf wat meer ruimte om van gedachten te mogen veranderen. Zo sta je meer open voor andere zienswijzen en kun je jezelf steeds herontdekken. Niks is vaststaand.

Sta jezelf toe om je eigen gedachten te onderzoeken en weet dat die meer met jezelf te maken hebben dan met de ander. Dit in het kader van wie zegt de waarheid?

Sta achter jezelf

Sta achter jezelf of steun jezelf zoals je op dat moment iets ziet en ervaart. En ga tegelijkertijd op ontdekking uit, en hoe ziet de ander dit? Besef dat hoe de ander iets ziet of ervaart van de ander is en mogelijk niks met jou te maken heeft. Toch kun je stellen dat je dingen herkent van de ander, die je zelf ook hebt of kent. Mogelijk dat je hiermee de ander kan helpen om dit bewust te worden. 

Stel dat waar of niet waar, niet bestaat?

Stel je zou je eigen identificatie met je denken los kunnen zien van wie je bent of wie de ander is? Wat zou dat voor jou opleveren?

Delen
Delen
Delen
Delen

Heb je vragen? Stuur een reactie

Foto van Nicole Derks

Nicole Derks

Al mijn ervaringen in mijn leven en in mijn werk en opleidingen, positief en negatief, vormen hebben mij tot wie ik nu ben. Ik ervaar rijkdom en vrijheid door deze ervaringen en leer nog iedere dag bij.

Anderen bekeken ook...

Aandacht geven aan

Aandacht geven aan…

Wat je aandacht geeft, groeit, is een veelgehoorde uitspraak. Datgene waar je gedachten op “aan” gaan. Dit kan in positieve als negatieve zin uitgelegd worden.

Bekijk artikel
Keuzes maken

Keuzes maken

Kun je verkeerde of goede keuzes maken? In je leven maak je keuzes met hetgeen je op dat moment hebt. Maar hoe maak je dan

Bekijk artikel